Neem 24/7 contact met ons op
026 - 382 39 16Soorten motten
Motten zien er klein en ongevaarlijk uit, maar kunnen schade toebrengen aan textiel en opgeslagen producten.
Bruine huismot
Uiterlijk
- Volwassen dier: 8 – 14 mm lang. Donkerbruine voorvleugels, elk met drie of vier zwarte vlekken.
- Larven: tot 20 mm lang. Vuilwit met een bruine kop. Eerste borstsegment is kastanjebruin.
- Pop: 15 tot 20 mm lang in een zijden cocon.
Ontwikkeling
- Normaal gezien één generatie per jaar.
Leefwijze
- De larve kan aanzienlijke afstanden afleggen voordat ze zich verpopt.
- De larve leeft van zowel plantaardig als dierlijk materiaal, zoals zaden, graan, kurk, linnen, wol en bont.
Kleermot
Uiterlijk
- Volwassen dier: 6 - 8 mm lang. Voorvleugels blinkend goudkleurig-bruingeel zonder tekening met franjes op het uiteinde van de vleugels.
- Larve: tot 10 mm lang. Roomwit met een goudbruine kop. Leeft in een zijden koker die vaak 10 tot 15 keer langer is dan het lichaam.
- Pop ongeveer 6 mm lang.
Ontwikkeling
- Van ei tot volwassen dier duurt ongeveer 3 maanden. Een vrouwtje legt 50 tot 100 eieren. Alle stadia (ei, larve, pop en imago) kunnen tegelijkertijd voorkomen.
Leefwijze
- Komt o.a. voor in vogelnesten.
- De volwassen mot eet niet, is een slechte vlieger en is lichtschuw.
- Heeft de voorkeur voor kleding met vlekken.
- Tast ook opgezette dieren aan en vilt dat gebruikt wordt als isolatiemateriaal.
- Vraatpatroon is onregelmatig.
Meelmot
Uiterlijk
- Volwassen dieren: 7 - 9 mm lang, spanwijdte van 15 - 20 mm. Zwart met grijze zigzagpatronen over de vleugels.
- Larve: roze of groene schijn, afhankelijk van het voedsel dat ze eten. Bruine kop. Wonen in een zijdeachtig kokertje.
Ontwikkeling
- 152 dagen bij 17°C; 42 dagen bij 30°.
Leefwijze
- Eten zelden andere voedingsmiddelen dan bloem. De volwassen dieren rusten meestal overdag en vliegen rond in het schemerduister.
Pelsmot
Uiterlijk
- Volwassen dier: 6 mm lang en vaalwit van kleur. Donkerbruine voorvleugels met drie vage vlekken (kan lijken op twee vlekken).
- Larve: tot 10 mm lang. Leeft in een zijden koker, die meestal de kleur heeft van het weefsel dat ze heeft gegeten. Hij draagt deze koker met zich mee.
- Pop: gevormd in de afgesloten larvekoker.
Ontwikkeling
- Lijkt op de gewone kleermot.
Leefwijze
- Regelmatige gaten in stoffen.
- Zeldzamer dan de kleermot. Hij heeft een hogere luchtvochtigheid nodig. Controleer geïmporteerde goederen zoals dierenhuiden of voorwerpen van dierlijke oorsprong.
- Vraatpatroon is onregelmatig.
Tropische cacaomot
Uiterlijk
- Volwassen dieren: 7 - 9 mm lang met een spanwijdte van 15 - 20 mm. Grijsbruine stroken met lichtere en donkerdere kleuren.
- Larve: witte, gele of rode tint, afhankelijk van het voedsel dat ze eten. Heeft de neiging om naar donkere plaatsen omhoog te kruipen om zich te verpoppen.
Ontwikkeling
- 31 dagen bij een ideale temperatuur (32°C).
Leefwijze
- Zitten vaak in ladingen geïmporteerd voedsel. Dit ongedierte heeft het vooral gemunt op opgeslagen granen, noten, gedroogd fruit, oliezaden en lijnkoeken. Eet zelden tabak en dierlijke producten.
- De volwassen dieren eten niet.
Vruchtmot
Uiterlijk
- Volwassen dieren: 7 - 9 mm lang, spanwijdte van 15 - 20 mm. Het eerste derde van de voorste vleugels zijn vaalgeel van kleur. De rest van de vleugels is roodbruin.
- Larve: geelwit, roodachtig of groenachtig (afhankelijk van de voeding) met een bruine kop.
Ontwikkeling
- 35 dagen bij 25°C. Veel langer bij lagere temperaturen of wanneer ze zich voeden met producten met een lage voedingswaarde.
Leefwijze
- Eet vooral noten, gedroogd fruit en graangewassen (maïs).
Witkopmunt
Uiterlijk
- Volwassen dier: 6 tot 10 mm lang, kop en borststuk zijn helderwit, voorvleugels zijn gevlekt.
- Larve: tot 12 mm lang. Ivoorwit met een roodbruine kop.
- Pop: in een zijden cocon.
Ontwikkeling
- Normaal gezien één generatie per jaar.
Leefwijze
- Te vinden in onverwarmde buitengebouwen. Heeft een hoge luchtvochtigheid nodig. Tast zelden kleding aan. Leeft van granen, peulvruchten dierlijk en plantaardig afval.
- Komt gebouwen vaak binnen via vogelnesten.