Neem 24/7 contact met ons op
026 - 382 39 16Soorten voorraadinsecten
De meeste grondstoffen en levensmiddelen doen hun watertanden. Ontdek de eet- en leefgewoonten van deze knabbelaar of kijk welke schade voorraadinsecten kunnen aanrichten als u geen actie onderneemt.
Hieronder meer over de veel voorkomende materiaalaantasters in Nederland:
Graanklander
Uiterlijk
- Volwassen dieren: zwartbruine van kleur en 2 - 5 mm lang. Ovale putjes op het halsschild.
- Larve: leeft in de graankorrel, ook de popstadium is in de korrel. Geen poten.
- Kan niet vliegen, in tegenstelling tot de rijst- en maisklaner. De voorvleugels (dekschilden) zijn met elkaar vergroeid.
Ontwikkeling
- Bij 23°C duurt de ontwikkeling van ei tot kever ongeveer een maand. Gemiddeld 2 tot 3 generaties per paar.
- Onder de 13°C staat de ontwikkeling stil.
Leefwijze
- Een graanprobleem. Pas uitgekomen volwassen dieren laten een typisch uitboorgat achter in de graankorrel.
- Bij afwezigheid van graan kunnen ze ook andere harde producten als hondenbrokken en pasta aantasten.
Huisstofmijt
Uiterlijk
- Volwassen mijt 0.3 - 0.7 mm lang.
- Harig, zacht, crème-wit lichaam met geel-bruine poten.
Ontwikkeling
- Ontwikkeling van ei tot volwassen exemplaar duurt ongeveer 22 dagen, bij kamertemperatuur.
- Volwassen mijt leeft ongeveer 50 dagen.
Leefwijze
- In staat voedsel te bederven en darm irritatie te veroorzaken.
- Voedt zich meestal met meel, granen en schimmels.
- Heeft een voorkeur voor vochtige omstandigheden; komt veel voor in vochtige slecht geventileerde ruimten.
Vruchtmot
Uiterlijk
- Volwassen dieren: 7 - 9 mm lang, spanwijdte van 15 - 20 mm. Het eerste derde van de voorste vleugels zijn vaalgeel van kleur. De rest van de vleugels is roodbruin.
- Larve: geelwit, roodachtig of groenachtig (afhankelijk van de voeding) met een bruine kop.
Ontwikkeling
- 35 dagen bij 25°C. Veel langer bij lagere temperaturen of wanneer ze zich voeden met producten met een lage voedingswaarde.
Leefwijze
- Eet vooral noten, gedroogd fruit en graangewassen (maïs).
kleerstofmot
Uiterlijk
- Volwassen dier: 6 - 8 mm lang. Voorvleugels blinkend goudkleurig-bruingeel zonder tekening met franjes op het uiteinde van de vleugels.
- Larve: tot 10 mm lang. Roomwit met een goudbruine kop. Leeft in een zijden koker die vaak 10 tot 15 keer langer is dan het lichaam.
- Pop ongeveer 6 mm lang.
Ontwikkeling
- Van ei tot volwassen dier duurt ongeveer 3 maanden. Een vrouwtje legt 50 tot 100 eieren. Alle stadia (ei, larve, pop en imago) kunnen tegelijkertijd voorkomen.
Leefwijze
- Komt o.a. voor in vogelnesten.
- De volwassen mot eet niet, is een slechte vlieger en is lichtschuw.
- Heeft de voorkeur voor kleding met vlekken.
- Tast ook opgezette dieren aan en vilt dat gebruikt wordt als isolatiemateriaal.
- Vraatpatroon is onregelmatig.
Meeltor
Uiterlijk
- Kever tot 18 mm lang. Zwart tot zwartbruin van kleur. Kan goed vliegen.
- Larve: tot 28 mm, cilindrisch en geelbruin van kleur.
Ontwikkeling
- Elk wijfje legt in de lente zo'n 275 - 600 eitjes, afzonderlijk of in pakketjes.
- Ze zijn wit, boonvormig en ongeveer 1 mm lang en worden larven na 4 tot 14 dagen.
- Ze blijven 7 tot 24 dagen in het popstadium in de lente. De poppen zijn eerst wit en worden vervolgens geel. Ze zitten niet in een cocon.
- De volwassen dieren komen uit in de lente of de vroege zomer en blijven twee tot drie maanden leven.
Leefwijze
- Ze zijn zeer goed bestand tegen kou.
- Komen vaak binnen via vogelnesten.
- Larven – meelwormen – worden gekweekt als voedsel voor terrariumdieren.