Neem 24/7 contact met ons op
026 - 382 39 16Soorten mieren
U zou kunnen denken dat mieren onschuldig zijn. Maar mieren zijn bouwers en hun kolonies zijn ingesteld op groei ten koste van alles en iedereen.
Argentijnse mier
Uiterlijk
- De werksters zijn circa 2 mm lang.
- Licht- tot donkerbruin van kleur.
- Ze zwermen niet.
- Ze bijten; ze steken niet.
Ontwikkeling
- Werksters worden in het voorjaar geboren en ze nemen tot de herfst in aantal toe.
- Gevleugelde mieren (zich voortplantende koningen en koninginnen) worden eerder dan de werksters, in het vroege voorjaar geboren, zijn binnen drie maanden volwassen en paren kort daarna.
- Argentijnse mieren paren in het nest, waardoor er geen zwermen te zien zijn.
Leefwijze
- Werksters volgen voedselsporen over grote afstanden waardoor het niet eenvoudig is de nesten op te sporen.
- Ze geven de voorkeur aan zoet voedsel, maar eten ook levende en dode insecten, vlees, granen en beschadigd fruit.
- Argentijnse mieren verjagen andere miersoorten uit hun territorium.
Faraomier
Uiterlijk
- Werksters: 1,5 - 2 mm lang, geelbruin met bruin buikstuk.
- Mannetjesmieren: 3 mm lang, zwart en met vleugels.
- Koninginnen: 3,5 - 6 mm lang, donkerrood van kleur en met vleugels.
- Zwarte ogen. 2 kleine segmenten ter hoogte van de taille.
Ontwikkeling
- Kolonies met meerdere koninginnen.
- Ze kunnen op elk moment van het jaar uitzwermen.
- De gevleugelde volwassen dieren vliegen zelden en zijn dus bijna nooit zichtbaar.
- Kort na het paren vallen de vleugels af.
Leefwijze
- Er worden duidelijke routes gecreëerd - vaak in de buurt van verwarmingssystemen. Ze voeden zich binnenshuis met proteïnerijk voedsel: vlees, vet, bloed, dode insecten enz.
- Zwermeigenschappen: nieuwe kolonies worden vaak gevormd wanneer een nest verstoort wordt, bijvoorbeeld wanneer het met insecticiden behandeld werd. Elke koningin legt in de loop van haar leven tot 3500 eitjes.
- Nestplaatsen: diep verscholen in verwarmde gebouwen. Hebben een voorkeur voor vochtige plaatsen. Het aantal mieren binnen een kolonie kan variëren van enkele tientallen tot 300.000.
Roger’s mier
Uiterlijk
- Roodbruine kleur.
- Werksters: 2 mm lang.
- 1 groot segment ter hoogte van de taille.
- De eerste twee segmenten van het buikstuk zijn smaller.
- Hebben een angel.
Ontwikkeling
- Er is weinig bekend over de levenscyclus.
Leefwijze
- De werksters gaan willekeurig op rooftocht en maken geen routes omdat ze op levende prooien jagen, vooral op springstaarten.
- Worden zelden buiten gezien.
- Zwermeigenschappen: zwermen het hele jaar door uit. De gevleugelde volwassen dieren worden vaak aangetroffen in elektrische insectenlampen.
- Nestplaatsen: vochtige restanten en afval. Spleten rond afvoerbuizen en achter gebroken muurtegels.
Wegmier
Uiterlijk
- Werksters: 4 - 5 mm lang.
- Koninginnen: 15 mm lang.
- Donkerbruin tot zwart van kleur.
- 1 klein segment ter hoogte van de taille(knoop). Geen angel.
Ontwikkeling
- De koninginnen overwinteren in de grond. De eitjes worden aan het einde van de lente gelegd.
- De larven komen 3 à 4 weken later uit. De larven voeden zich met de vloeistoffen die de koningin uit haar speekselklieren uitscheidt tot de eerste werksters tevoorschijn komen.
- De werksters zorgen voor de larven, bouwen het nest en verzamelen het voedsel.
- Later in het seizoen worden mannelijke mieren geboren.
Leefwijze
- Voedselzoekende werksters volgen duidelijk vastgelegde routes rond voedselbronnen. Ze verkiezen zoete voedingswaren, maar ook proteïnerijk voedsel wordt meegenomen.
- Zwermeigenschappen: de koninginnen en vruchtbare mannetjes paren tijdens de bruidsvlucht van het midden tot het einde van de zomer. De mannetjes sterven na het paren.
- Nestplaatsen: vaak buiten - in de grond en onder bestrating aan de zonnige kant van gebouwen. De aanwezigheid van fijngemalen aarde rond de uitgangen van het nest verraadt vaak de aanwezigheid van een nestplaats.